1. Een interactieve quiz
In deze cursus gaan we aan de slag met interactiviteit. Je gaat starten met het maken van een quiz in Google Docs. Zo'n quiz lijkt wel een soort website. Je kunt er op klikken en als je op het juiste antwoord klikt kun je door naar de volgende vraag. Hieronder een voorbeeld een quiz gemaakt door een leerling. Probeer de quiz maar te spelen.
voorbeeldquiz
Voordat we gaan beginnen laten geven we vast wat tips hoe deze cursus werkt.
Tooltips
In de leerstof vind je ook de zogenaamde tooltips. Deze hebben een groene kleur. Als je er met de muis overheen gaat komt er een tekst tevoorschijn die uitleg geeft over de term.
Hyperlinks
We werken in deze cursus met hyperlinks. Deze zijn onderstreept en hebben een blauwe kleur.
Deze hyperlinks zullen altijd in een nieuwe pagina openen, tenzij deze verwijzen naar een pagina binnen de eigen site
Cloud Computing
Op een computer kun je op twee manieren werken:
- Met een applicatie zoals bijvoorbeeld Microsoft Word;
- In de cloud, ook wel cloud computing genoemd.
Bij de eerste optie moet er altijd een programma zijn geïnstalleerd op je computer. Bij de laatste optie, dus Cloud Computing, is dat niet het geval.
De software die we hierna gebruiken is Cloud Computing. Het heet: "Google for Education" en binnen Google for Education kun je gebruik maken van Google Docs. Google Docs bestaat uit een tekstverwerker, een spreadsheet-programma, een presentatieprogramma en een enquêteprogramma. Deze vier programma’s maken deel uit van een Cloud, een soort virtuele werkplek. Bekijk hier nu eerst een filmpje over.
Een quiz maken
Binnen deze cursus gaan wij werken met Google Presentations en hierbinnen een interactieve quiz in maken. Door het maken van deze quiz raak je goed thuis in Google Docs.
2. Een nieuwe presentatie maken
Je gaat een nieuwe presentatie aanmaken. Hiervoor ga je eerst naar Google Classroom en log je in met je edictum account (hier heb je als het goed is al uitleg over gekregen). Klik binnen Google Classroom op de juiste klas (Informatica) en daarna op Schoolwerk.
Hier klik je op de opdracht Quiz en klik je op opdracht bekijken.
Dan klik je op maken en op presentaties.
Je presentatie komt nu in de opdracht te staan zoals hier:
Nu kan je op je presentatie klikken en kom je in een nieuw scherm met je lege presentatie.
Binnen deze cursus mag je alleen het thema Eenvoudig Licht gebruiken.
Andere thema's mag je niet gebruiken. We willen je namelijk leren om zelf een opmaak in te stellen.
Vervolgens heb je de nieuwe presentatie aangemaakt. Verander nu eerst de naam van de presentatie in Quiz over ......
In dit voorbeeld gaat de quiz over computers.
Kies voor jouw quiz een eigen onderwerp zoals bijvoorbeeld:
- je hobby
- je school
- je vereniging
- etc.
Het veranderen van de naam kan door te dubbelklikken op Naamloze Presentatie en vervolgens kun je de naam veranderen.
Je kunt nu controleren dat de naam van het bestand ook echt is veranderd door terug te gaan naar Google Classroom en de pagina te verversen via de toetsenbord knop "F5". (boven alle cijfers)
Als je het goed hebt gedaan dan staat het onderwerp van de quiz ook in de bestandsnaam, bijvoorbeeld Quiz over Computers, of Quiz over Justin Bieber.
3. 5 nieuwe dia's aanmaken
Je gaat nu een daadwerkelijke start maken met de interactieve quiz.
Start met het aanmaken van 5 nieuwe dia's. Klik hiervoor op Nieuwe Dia.
Uiteindelijk ziet dat er zo uit
Controleer in je quiz of je het thema Eenvoudig Licht gebruikt. Er mogen dus nog geen kleuren in je quiz zitten.
Al je toch een thema hebt gebruikt kun je dit met de rechtermuisknop op de kleine dia aan de rechterkant veranderen.
4. De eerste vraag maken
Je gaat nu starten met het maken van de daadwerkelijke quiz. Maak de eerste vijf dia's als volgt:
dia 1: De start/welkomst pagina met daarin het onderwerp van je quiz.
Typ de tekst: Klik hier om te beginnen.
dia 2: De eerste multiplechoice vraag met daarbij 4 (of meer) keuzemogelijkheden
dia 3: Zet hierin de tekst: Het antwoord is goed. Ga verder!
dia 4: Zet hierin de tekst: Het antwoord is fout. Maak de vraag opnieuw.
dia 5: De tweede multiplechoice vraag met daarbij 4 (of meer) keuzemogelijkheden
Kijk nu naar onderstaand filmpje om te zien hoe je dit precies moet doen.
5. De vragen linken
We gaan nu de quiz werkend maken. We gaan werken met hyperlinks. In onderstaande video zie je hoe dit in zijn werk gaat. We zetten het eerst nog even op een rijtje:
- Eerst stel je de startpagina in. Je linkt hier naar de eerste vraag met "Klik hier om te beginnen".
- In de eerste vraag link je het goede antwoord naar de goedpagina en het foute antwoorden naar de foutpagina.
- De foutpagina linkt terug naar de vraag. De goedpagina linkt door naar vraag 2.
In de video kun je zien dat vraag 2 nog niet is gemaakt. We kunnen daarom de goedpagina nog niet doorlinken naar vraag 2.
In totaal maak je minimaal 5 en maximaal 10 vragen.
Let er dus op dat bij iedere vraag een goed- en een foutpagina is gemaakt!
6. een achtergrondkleur of -plaatje.
Je kunt in je quiz kleuren en afbeeldingen toevoegen. Om de achtergrondkleur te wijzigen doe je als volgt. Klik met de rechtermuisknop op de kleine dia.
Vervolgens kun je de kleur aanpassen.
Je kunt ook een achtergrondplaatje als achtergrond gebruiken.
Vervolgens kun kiezen voor Via URL en daar de URL van je plaatje plakken.
Hoe komt je aan een URL?
Zoek een plaatje via Google en klik hierop. Vervolgens klik je op Afbeelding bekijken.
Nadat je hier op hebt geklikt kun je bovenin de URL vinden.
Je kunt nu in je quiz zoveel kleuren en plaatjes inbrengen als je wilt. Zorg wel dat het design mooi wordt!
7. Een afbeelding invoegen
Een afbeelding invoegen is niet meer zo moeilijk. Kijk in onderstaande afbeelding. Als je niet meer weet hoe je een URL in moet voeren kijk je bij hoe kom je aan een URL?
8. Werken met tekst
Je kunt tekst een kleur geven. Als je in een tekstvak de tekst selecteert met je muis komen er diverse opties tevoorschijn zoals tekst kleuren.
Of tekst markeren.
Je kunt de tekst ook uitlijnen. Werk nooit met spaties om een tekst uit te lijnen!!
9. De quiz bekijken.
Om de presentatie uit te proberen klik je op Presentatie bekijken.
Je zult daarbij misschien ontdekken dat je ook een dia verder kunt als je zomaar ergens in de dia klikt. Helaas is hier bij Google Documents niets aan te doen.
10. Vormen toevoegen
Je kunt ook een vorm toevoegen, bijvoorbeeld een tekstwolk door op vormen te klikken.
Tekst kun je erin zetten door er dubbel op te klikken. Als je er dubbel op hebt geklikt kun je ook de vulkleur en de tekstkleur aanpassen. Zie onderstaande afbeelding.
11. Animaties
Je kunt een tekst of afbeelding ook animeren. Klik met de rechtermuisknop op datgene wat je wilt animeren.
Je ziet nu aan de rechterkant van je scherm een nieuw scherm verschijnen. Dit is het scherm van de animaties.
<
Als je klikt op de animatie (Infaden) dan kun je de animatie aanpassen. Je hebt allerlei opties.
Standaard gaat de animatie pas werken als je klikt in de dia. Dat is bij onze dia niet handig. De animatie moet werken na de vorige dia dus stel je animatie in op Na vorige.
12. Een afbeelding transparant maken met Gimp
Je mag pas aan dit lesonderdeel beginnen als je quiz helemaal klaar is!
Stel je hebt een plaatje op internet hebt gevonden.
Je kunt dat kopieren met behulp van de rechtermuisknop.
Nu zou je het plaatje graag willen bewerken. Dat doen we met het programma Gimp.
Start Gimp en plak de van internet gekopieerde afbeelding op het werkblad met Ctrl-V. Merk op dat er nu één laag is bijgekomen (Geplakte laag) in het lagenvenster. Het lagenvenster geeft diverse lagen weer van je afbeelding. In dit geval heb je er maar één. Mocht je het lagenvenster niet zien, druk dan op Ctrl-L.
Selecteer de Geplakte laag en klik met de rechtermuisknop erop. Kies daarna voor Alfakanaal toevoegen. Het is hierna mogelijk om de afbeelding transparant te maken. Als deze optie grijs is, is het alfakanaal al toegevoegd.
We gaan nu verder met een andere optie (tab) en die heet de gereedschapskist. De gereedschapskist kun je vinden via Ctrl-B. Vaak staat deze al op het scherm. In de gereedschapskist vind je het gum. Hiermee kun je gummen.
Het is ook mogelijk om een kleur te selecteren. Hiervoor neem je de toverstaf in de gereedschapkist. Klik dan bijvoorbeeld in het zwarte gedeelte en in een keer wordt zwart geselecteerd. Hoe meer de kleur zich onderscheidt van de rest van de afbeelding, hoe beter dat dit gaat. Om de kleur te verwijderen druk je daarna op Delete.
De afbeelding exporteren en in je quiz uploaden
Klik in Gimp op bestand en dan exporteren.
Hierna geef je jouw bestand de naam export.png, waarmee je het exporteert naar een zogenaamd png-formaat. Klik daarna op je leerlingnummer en hierna op My Pictures zodat je in dat mapje bent. Hierna klik je twee keer op exporteren en daarmee exporteer je je bestand naar de map Mijn Afbeeldingen.
Hierna kun je in de quiz de afbeelding invoegen met Uploaden vanaf computer en daarin naar het mapje Mijn Afbeeldingen te gaan.
13. Waar word je op beoordeeld?
Hieronder een aantal punten waarop je moet letten en waarop je wordt beoordeeld. Deze punten zijn (in willekeurige volgorde) door leerlingen bedacht.
- Zitten er animaties in je quiz? Minimaal 3 maar je mag er zoveel instellen als je wilt.
- Hoe is de opmaak?
- Werken alle linkjes?
- Heb je een achtergrondkleur of achtergrondplaatjes? Liefst verschillende.
- De hoeveelheid vragen is minimaal 5.
- Een vraag heeft minimaal 3 keuzemogelijkheden (meer mag ook).
- Zitten er vormen in je quiz (tip: je kunt hier knopjes van maken)?
- Een goed en verantwoord gebruik van lettertypen. Niet meer dan 2.
- Of de quiz af is
- Heb je je goed aan de leerstof gehouden?
- Zijn de vragen goed leesbaar?
- Zijn de plaatjes transparant? Dat hoeft niet bij alle plaatjes. Probeer minimaal 2 maar maximaal 4 plaatjes levert meer punten op.
- Heb je geen thema gebruikt?
- Creativiteit en originaliteit.
- Geen taal- of spellingsfouten.
14. Wat als je klaar bent?
